De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 4 december 2024 uitspraak gedaan over de bezwaren van een aantal agrariërs tegen het Wijzigingsbesluit Habitatrichtlijngebieden. Het doel van dit besluit is om alsnog bescherming te bieden aan, op het moment van de aanwijzing van het Natura 2000-gebied, in voldoende mate en duurzaam aanwezige habitattypen en soorten. Voor agrariërs kan een dergelijke aanwijzing een belemmering vormen voor de uitvoering van bedrijfsactiviteiten die stikstof veroorzaken. Het feit dat er meer dan 700 beroepen zijn ingesteld bij rechtbanken, was voor de Afdeling reden om een algemene uiteenzetting te geven over de toepassing van het belanghebbende-begrip en het relativiteitsvereiste bij een wijzigingsbesluit.
Belanghebbendheid: gevolgen van enige betekenis binnen 25 kilometer
Naar het oordeel van de Afdeling dient het wijzigingsbesluit onderverdeeld te worden in 101 besluitonderdelen, ten aanzien waarvan per onderdeel, en daarmee per Habitatrichtlijngebied ten aanzien waarvan een wijziging wordt bestreden, moet worden beoordeeld of de appellant belanghebbende is. De Afdeling stelt voorop dat wie rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van het wijzigingsbesluit in beginsel belanghebbende is bij dat besluit. Zonder gevolgen van enige betekenis heeft iemand echter geen persoonlijk belang bij het besluit. Om te bepalen of er sprake is van gevolgen van enige betekenis kijkt de Afdeling naar onder meer de afstand tot het Habitatrichtlijngebied dat in het wijzigingsbesluit is betrokken.
Zo is de afstand tussen het Habitatrichtlijngebied en de locatie waar het betreffende bedrijf stikstofveroorzakende activiteiten verricht een belangrijke factor bij de beoordeling of er sprake is van belanghebbendheid bij een wijzigingsbesluit aangaande de instandhoudingsdoelstelling voor natuurwaarden. De Afdeling oordeelt dat wanneer de stikstofveroorzakende activiteiten binnen een straal van 25 kilometer ten opzichte van het Habitatrichtlijngebied worden verricht, kan worden gesproken van gevolgen van enige betekenis, en daarmee van belanghebbendheid van de bedrijven.
Uitzondering op dit uitgangspunt betreft een wijzigingsbesluit dat niet voorziet in een toevoeging of wijziging van de instandhoudingsdoelstelling voor stikstofgevoelige natuurwaarden in een Habitatrichtlijngebied, en waarbij de (stikstofveroorzakende) bedrijfsactiviteiten worden verricht buiten een Habitatrichtlijngebied. In dat geval dient de belanghebbendheid per geval aan de hand van het criterium ‘gevolgen van enige betekenis’ moeten worden bezien.
Relativiteit: bescherming tegen onnodige bescherming van Habitatrichtlijngebieden
Ten aanzien van relativiteit overweegt de Afdeling dat het beschermingsbereik van de Wet natuurbescherming is beperkt tot wat nodig is voor de tenuitvoerlegging van de Habitatrichtlijn. Daaronder moet naar het oordeel van de Afdeling ook worden verstaan de bescherming tegen onnodige bescherming van habitattypen en soorten, of de vaststelling van een instandhoudingsdoelstelling die niet nodig is in het kader van tenuitvoerlegging van de Habitatrichtlijn. De bepalingen met betrekking tot de aanwijzing van een Natura 2000-gebied strekken derhalve (eveneens) tot bescherming van bedrijven die rechtstreeks gevolgen ondervinden van het onnodig beschermen van habitattypen en soorten.
Daarnaast overweegt de Afdeling dat, wanneer relativiteit in deze gevallen kan worden tegengeworpen, er op geen enkel moment rechtsbescherming wordt geboden tegen de inhoud van een wijzigingsbesluit, terwijl het besluit wel kan leiden tot aantasting van de rechtspositie van zowel natuurlijke personen als rechtspersonen.
Alles in overweging nemende oordeelt de Afdeling in deze zaak dat relativiteit niet kan worden tegengeworpen aan bedrijven die als gevolg van toegevoegde habitattypen of soorten een belemmering verwachten. Met deze uitspraak biedt de Afdeling concrete handvatten voor de beoordeling van belanghebbendheid en relativiteit in zaken aangaande aanwijzings- en wijzigingsbesluiten in het kader van de Habitatrichtlijn.
Neem contact op voor persoonlijk advies
Heeft u nadere vragen omtrent de oplegging van een last onder dwangsom of andere vastgoed gerelateerde vragen? Neem contact met ons via vastgoed@jurato.nl, wij helpen u graag.