Kunstmatige intelligentie: vriend of vijand?

Kunstmatige intelligentie is een technologische trein die niet meer lijkt te stoppen. Steeds meer branches stappen in deze trein, zo ook de juridische branche. Maar wat is kunstmatige intelligentie? En moeten we er bang voor zijn of het omarmen?

Wat is kunstmatige inteligentie

Het begrip ‘kunstmatige intelligentie’ omvat alle computersystemen die cognitieve functies vertonen, die doorgaans met menselijk intelligentie worden geassocieerd, waaronder maar niet beperkt tot redeneren, leren, plannen en creatief denken. Denk hierbij aan digitale assistentie-systemen op mobiele telefoons en de computer, zoekmachines op het internet of (geautomatiseerde) vertaaltools, maar ook draagbare slimme apparatuur, zoals smartwatches.

Verrassend vroeg gestart

De universiteit van Dartmouth is de bakermat van kunstmatige intelligentie, waar verschillende wetenschappers bij elkaar kwamen om het voor het eerst te hebben over kunstmatige intelligentie, tijdens het ‘Summer Research Project on Artificial Intelligence’ in 1956. Ook London is een belangrijk punt voor deze technologie, omdat Alan Turing in 1947 computerintelligentie daar ter sprake bracht. Hij zei: ”Wat we willen is een machine die kan leren van ervaringen” en publiceerde hier een wereldberoemd paper over, waarin hij de Turingtest voorstelde. De Turingtest is een imitatiespel, waarbij het de ondervrager moeilijk wordt gemaakt om te achterhalen of je met een computer praat of met een echt mens. Mocht de ondervrager niet zeker zijn van een gesprek met een natuurlijk persoon, dan is een systeem ‘geslaagd’ voor de Turingtest.

Kunstmatige inteligentie; vriend of vijand?

Inmiddels zijn de systemen achter kunstmatige intelligentie vele malen verder dan de Turingtest, met algoritmes die niet alleen in staat zijn om menselijke interactie na te bootsen, maar ook complexe taken uit te voeren, patronen te herkennen en beslissingen te nemen op basis van enorme hoeveelheden data.

Kunstmatige intelligentie is dus een kracht die zowel kansen als uitdagingen met zich meebrengt. Terwijl we de voordelen van efficiëntie en innovatie (kunnen) omarmen, moeten we ook waken voor de ethische implicaties; denk aan privacy-gevoelige kwesties. Deze kwesties worden met schering en inslag aan de kaak gesteld door meerdere professionals.

Meerdere bedrijven omarmen de technologie, maar mijn advies is: “treat it like a very eloquent thirteen year old.”, zoals Cees van Ginneken stelt in het magazine Mr. Onderzoek van ThoughtWorks toont aan dat 78% van de Nederlandse bevolking geen zaken wil doen met bedrijven die kunstmatige intelligentie hebben geïmplementeerd. Het mondiale gemiddelde ligt veel lager. Dit laat zien dat er wantrouwen is en dat is begrijpelijk.

We moeten AI met zorg en verantwoordelijkheid benaderen. Dit betekent kritisch zijn op de systemen die we gebruiken, zonder dat je de systemen blindelings vertrouwd. Alleen dan kunnen we een toekomst creëren waarin kunstmatige intelligentie ons ondersteunt als een vriend en niet ons tegenwerkt als een vijand.