Re-integratie bij langdurige arbeidsongeschiktheid vraagt inspanning van zowel de werkgever als de werknemer. Als terugkeer in de eigen functie niet meer kan, volgt het zogeheten “tweede spoor traject” waarin gezocht wordt naar werkhervatting bij een andere werkgever. Helaas verlopen dergelijke trajecten niet altijd soepel, zo ervaren onze arbeidsrecht juristen ook in hun praktijk. Hieronder geven we wat inzicht in de meest voorkomende oorzaken van lastige of zelfs mislukte re-integratie processen:
- Er wordt te laat gestart met het tweede spoor traject. Werkgevers moeten uiterlijk 6 weken na de eerstejaarsevaluatie de eerste stappen zetten;
- Jullie houden te weinig persoonlijk contact of hebben een slechte relatie. Een verstoorde arbeidsverhouding komt de re-integratie niet ten goede;
- De planning en dossiervorming worden niet goed bewaakt en bijgehouden;
- De bedrijfsarts schat de mogelijkheden van de werknemer onjuist in;
- Je wilt als werkgever te snel resultaat, wat een averechts effect kan hebben op de re-integratie. Met name bij werknemers met burn-out klachten zien we dat terug. Overspannen werknemers vallen vaak terug als de werkgever te veel pusht;
- De werknemer werkt onvoldoende mee aan het re-integratietraject, wat kan variëren van slechte bereikbaarheid tot het weinig constructief meekijken naar passend werk buiten de eigen organisatie;
- Je pakt de re-integratie als werkgever helemaal zelf op zonder hulp van een re-integratiebureau.
Hoe kun je deze problemen voorkomen of beperken?
Succesfactoren zijn er natuurlijk ook. Een voortvarend succesvol re-integratietraject heeft vaak ook duidelijke kenmerken die we terugzien in dossiers. Dat zijn bijvoorbeeld deze factoren:
- Begin op tijd met het opstarten van het tweede spoor traject. Dat kan ook als het eerste spoor nog niet is afgerond. Zo voorkom je dat je medewerker de aansluiting met de arbeidsmarkt verliest door te lang thuis te zitten;
- Het gaat bij tweede spoor om een zoektocht naar ‘passend werk’ voor de werknemer, wat niet hetzelfde is als ‘leuk’ werk. Je mag als werkgever dus grenzen stellen. Herplaatsing hoeft niet te leiden tot ‘de ideale baan’ van jouw re-integrerende werknemer. Een re-integratiebureau kan helpen om een realistisch beeld te krijgen van de mogelijkheden en dat zal de kans op succes vergroten;
- Zorg voor goede dossiervorming waarin je alle stappen bijhoudt. Dat kost inderdaad tijd, maar loont echt de moeite naast het onderhouden van persoonlijke contact, wat evenzo belangrijk is om het tweede spoor traject succesvol te maken;
- Iedere werkgever heeft als taak om “een goed werkgever” te zijn, ook in het tweede spoor. Dat houdt o.a. in dat je je medewerker voldoende ruimte geeft om terug te keren en niet te veel (maar ook niet te weinig) druk uitoefent;
- Vraag bij onduidelijkheid over de mogelijkheden om opheldering aan je bedrijfsarts;
- Schakel een goede re-integratiespecialist in: dit is een vak apart en zelden een bezigheid waar je als ondernemer verstand van hebt.
Heb je vragen over re-integratieprocessen, neem gerust contact met ons op.