Illegaal gebouwde woning hoeft nog niet te worden afgebroken

Knowledge

Recent heeft de voorzieningenrechter van de van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op verzoek van een inwoner van de gemeente Molenlanden een enigszins opmerkelijke voorlopige voorziening getroffen.

Wat was er aan de hand: volgens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenlanden (hierna: ‘het college’) had de eigenaar van de woning deze illegaal gerealiseerd. De woning moest daarom op korte termijn worden verwijderd en verwijderd gehouden.

Deze verplichting is aan de eigenaar opgelegd met een zogenaamd besluit tot het opleggen van een last onder bestuursdwang. Een last onder bestuursdwang is een herstelsanctie die het college kan inzetten om een overtreding te herstellen en daarbij zelf feitelijk in te grijpen als de ‘last’ niet op tijd wordt uitgevoerd.

De eigenaar van de woning was het hier niet mee eens en vocht het besluit aan. Zo ook in hoger beroep. Maar in de tussentijd bleef de werking van het besluit van het college in stand. Dat betekende dat ondanks dat de eigenaar in hoger beroep ging hij alsnog moest voldoen aan de verplichting tot het verwijderen van zijn woning op korte termijn.

Maar wat als de rechter in hoger beroep tot een ander oordeel komt en de woning dan al is verwijderd? Deze situatie wilde de eigenaar voorkomen en hij heeft daarom de voorzieningenrechter (met een soort kort geding) verzocht om een voorlopige voorziening te treffen totdat uitspraak is gedaan in hoger beroep.

De voorzieningenrechter heeft bij zijn voorlopige voorziening de belangen van het college en dat van de inwoner tegen elkaar afgewogen. Daarbij was tevens van belang dat de woning al vele jaren aanwezig was en niet was gebleken dat veel overlast werd ervaren door de aanwezigheid van de woning. Van andere acute belangen is evenmin gebleken. Daarom was de voorzieningenrechter van oordeel dat geen sprake is van een acuut belang bij de verwijdering van de al jaren aanwezige woning. Hij vindt het belang van de eigenaar van de woning daarbij zwaarder wegen.

Opvallend aan deze uitspraak is dat in geval van voorlopige voorzieningen de rechter meestal ook alvast een doorkijkje maakt naar de inhoud van de zaak en daarbij wordt inzicht gegeven in de kansen die men in hoger beroep zou hebben, maar dat wordt hier nu niet gedaan. In deze zaak heeft de voorzieningenrechter alleen op basis van de afweging van de belangen van partijen geoordeeld dat de woning (nog) niet hoeft te worden verwijderd en heeft daartoe het besluit alsnog geschorst.

Wij zijn benieuwd of en hoe deze beoordelingswijze zich verder gaat ontwikkelen en nemen deze uitspraak mee in onze dagelijkse praktijk waar wij veelvuldig adviseren en procederen in dergelijke handhavingskwesties.

Heb jij een brief ontvangen van een overheidsinstantie waarin aan jou een sanctie wordt opgelegd of daarmee wordt gedreigd? Aarzel dan niet en neem contact op met een van onze vastgoedjuristen. Zij beschikken over ruime ervaring op dit gebied en staan je graag bij.